De posten in Gemeente De Ronde Venen
De hieronder beschreven teksten geven nadere informatie bij de verschillende ‘landmarks’ die in de tentoonstelling ‘1672 RampZalig’ een nadere toelichting krijgen.
Een belangrijk nevendoel van de tentoonstelling is dat het niet blijft bij een ‘platte ervaring’. Integendeel: wij willen een schouwspel creëren, waarbij elke locatie een beeldend toneel wordt van verhalen en gebeurtenissen, die onze gemeenschap haar geschiedenis hebben gegeven en bijdroegen aan de wording van ons woongebied.
De ‘posten’ (‘landmarks’ met historisch interessante verhalen, veelal ook versterkte verdedigingspunten) in en vlakbij de gemeente De Ronde Venen:
- Abcoude
- Baambrugge
- Botshol
- Demmerik - De Schans
- Uithoorn – Amstelhoek
- Geinbrug
- De Kromme Mijdrecht
- Slot Loenersloot
- Nigtevecht
- De Voetangel
- Waverveen
- Wilnis
- Abcoude
Het Slot Abcoude is een voormalig kasteel bij Abcoude. Het kasteel werd het eerst genoemd bij de verwoesting door Gijsbrecht van Amstel in 1274. Het werd later herbouwd. Tegenwoordig zijn nog slechts contouren van de fundamenten zichtbaar in het landschap, met daar omheen de slotgracht. In 1672 speelde het slot een belangrijke rol. Veldmaarschalk Johan Maurits van Nassau voerde het bevel van Muiden tot en met Abcoude. Op 19 juli 1672 bezette hij Slot Abcoude, dat diende als legerplaats waar troepen gestationeerd konden worden. De veldmaarschalk moest de Fransen beletten om met schepen de Vecht af te zakken. De doortocht door de Angstel werd versperd door uitleggers. Zo bewaakte hij de weg naar Amsterdam. Gevolg was dat de Fransen Abcoude een paar keer aanvielen en in brand staken.
In november van het Rampjaar 1672 besloten de hongerige Franse troepen, gefrustreerd door de inundaties, te gaan plunderen in de omgeving. Ze trokken brandstichtend door de dorpen van het Groene Hart en kwamen ook in Abcoude dat in brand werd geschoten. Doordat de inundaties niet volledig waren uitgevoerd konden de Fransen snel oprukken naar Hinderdam. Hier werden ze tegengehouden door de troepen van de Republiek. De Fransen trokken zich terug, maar op 11 februari vielen ze Abcoude nog een keer binnen. Na een mislukte poging om het Abcouder Slot te veroveren en te plunderen, staken ze opnieuw huizen in brand.
Een uitlegger was een bewapend vaartuig, dat ”uitgelegd” was op een bepaalde positie, ook wel platbodem genoemd.
3D animatie Slot Abcoude (foto Arnold Berkhout)
- Baambrugge
Poldermolen Hoog- en Groenland. Baambrugge is gelegen aan het riviertje de Angstel, gelegen tussen de Vinkeveense Plassen in het westen en het Amsterdam-Rijnkanaal in het oosten. Even ten noorden van het dorp, richting Abcoude staat de voormalige poldermolen Hoog- en Groenland uit circa 1680. Tijdens de plundertochten in 1672 trokken de Fransen vanuit Breukelen op weg naar Amsterdam over de latere Rijksstraatweg ook door Baambrugge.
- Botshol
In de strijd tegen de Fransen werden uitleggers gebruikt. In het grensgebied tussen het graafschap Holland en het bisdom Utrecht werd eeuwenlang strijd geleverd tussen de graven van Holland en de bisschoppen van Utrecht. Dit verklaart ook het grillige verloop van deze grens. In juni 1672 werd Utrecht door de Fransen veroverd. Daarna vielen ze de Ronde Venen binnen om door te stoten naar het gewest Holland. Daarom hadden de Hollanders een groot deel van dit gebied onder water gezet. Dat was niet zo moeilijk, want het gebied van de Ronde Venen wordt vrijwel geheel omgeven door een ring van kleine veenriviertjes. In het Rampjaar 1672 en ook in 1673 waren daar de uitleggers actief, kleine bewapende binnenvaartscheepjes.
- Demmerik
Eetcafé De Schans aan het einde van Demmerik is vernoemd naar de verdedigingspost die hier ooit was. Vanwege een nieuwe defensielijn werden in Demmerik en Wilnis posten ingesteld. Vandaag de dag herinnert café De Schans aan de Uitweg bij Demmerik aan de strijd in de beginjaren van de Waterlinie. Van de oorspronkelijke schans zelf is niets meer terug te vinden. In de nabijheid is ook het Bellopad, dat een vroegere spoorlijn met vier oude stationnetjes volgt en een zeer gevarieerd landschap doorsnijdt: een zes meter onder NAP gelegen droogmakerij. Deze veenafgravingen, met de oudste en misschien wel mooiste polder van Nederland, vormen onder meer de Vinkeveense plassen en het schilderachtige rivierengebied rond de Angstel bij Baambrugge.
Oude Ansichtkaart, De Schans - Vinkeveen (coll. HV Proosdijlanden)
- Uithoorn - Amstelhoek
Uithoorn was de enige militaire post in de waterlinie tussen Bodegraven en Muiden, een belangrijke schakel derhalve in de verdediging van Holland. Een regiment mariniers o.l.v. kolonel Palm had de opdracht deze post te verdedigen tegen een doorsteek van de Fransen vanuit de Ronde Venen.
Het Fort bij Uithoorn (Amstelhoek) maakte later deel uit van de Stelling van Amsterdam. Rond Amsterdam werden vanaf 1880 45 forten aangelegd. In de volksmond wordt ook wel gesproken over Fort Amstelhoek. Het fort ligt in het dorp Amstelhoek in de gemeente De Ronde Venen en is te zien vanaf de N196. Om het vestingwerk ligt een gracht. Fort Amstelhoek bestond eerst uit aarden wallen. In 1887 werd besloten een vestingwerk aan te leggen. Dit werd tussen 1909 en 1911 uitgebreid met bomvrije gebouwen en in 1917 kwam er een luchtafweerafdeling. De bezetting bestond toen uit 321 mannen.
“Van den post aan den Uithoorn, die, zooals prins Maurits van Nassau schreef, van veel importancie was niet alleen om Amsterdam en het platteland te dekken maar ook om den vijand bij eenen inval in de flank van achteren zijnen marsch in te vallen was de bezetting in November met 200 soldaten en 18 musketiers uit Amsterdam vermeerderd en nadat den 22e december het regiment van kolonel Palm aldaar aankwam werd het grootse deel van de overige troepen ingescheept om naar Bodegraven te worden overgebracht. De in November uit Amsterdam gezonden soldaten (4 compagnieën) zijn aan den Uithoorn gebleven, tot zij door ander zijn vervangen.”
- Geinbrug
Helemaal in het uiterste noorden van de gemeente De Ronde Venen, bij de Provincialeweg N236 op de provinciegrens tussen Utrecht en Noord-Holland, lag een post aan de Geinbrug, op de plek van buitenplaats Schoonoord. Dat huis werd rond 1700 gebouwd.
Eerder stond daar het huis van de Amsterdamse chirurgijn Eugenius Fonteijn en zijn echtgenote Margaretha Zegers. Eugenius overleed in 1671. Margaretha heeft in september 1672 bij de Staten van Holland bezwaar gemaakt tegen het ‘ten deele vergraven’ van ‘haer Suppliants Hoffsteden’. Veldmaarschalk Johan Maurits van Nassau-Siegen wilde daar de weg naar Weesp versterken. Ook wilde zij een vergoeding omdat ‘haer Woonhuys wierde ghebruyckt tot een Corps de Guarde’. De Staten van Holland wezen dit verzoek onmiddellijk af, ‘om de consequentie’: het was immers niet de enige plaats waar huizen en boerderijen voor militaire doeleinden werden ingezet.
- Het pad naar Mijdrecht
Een verbindingsweg (acces) is op historische kaarten bekend als ‘het Pad naar Mijdrecht’. Dit pad liep dwars door het onder water gelopen gebied. De hierbij behorende post aan de Groene Jonker had als doel de opmars te beletten van vijandige troepen over de voormalige verbindingsweg van Mijdrecht naar Zevenhoven. De locatie van de post bij de Groene Jonker was strategisch gekozen: daar waar het pad de Kromme Mijdrecht kruiste.
Eind september 1672 werd de post bezet door één compagnie infanterie. Op de Kromme Mijdrecht patrouilleerden bovendien vijf vrachtschuiten (uitleggers) die door de stad Amsterdam waren gestuurd. Ze waren elk bewapend met drie donderbussen en dertien snaphanen (vuurwapens) en bemand door zestien man. Een van de vrachtschuiten was gestationeerd bij het ‘Pannenhuys bij de Groene Jonker in de Cromme-Mijdrecht’.
Ter hoogte van de post bij de Groene Jonker werd eind 18e eeuw een molengang aangelegd. Deze molengang werd ‘Jonker’ of ‘Groene Jonker’ genoemd en bestond uit een ondermolen en een bovenmolen. Van de voormalige molengang is alleen nog de stomp van de bovenmolen aanwezig, tegenwoordig Hogedijk 26 (Zevenhoven) iets ten Westen van De Hoef.
Kromme Mijdrecht, bij de Hoef, nabij het Pad naar Mijdrecht, fotocollectie (HV De Proosdijlanden)
- Slot Loenersloot
Slot Loenersloot is een kasteel en voormalige ridderhofstad in Loenersloot, gelegen aan de westelijke oever van de Angstel. Het kasteel wordt in 1258 voor het eerst genoemd. Het bestond toen waarschijnlijk slechts uit een enkele verdedigingstoren (donjon). In de negentiende eeuw werd deze woontoren geheel ommetseld en van kantelen voorzien. De vleugels van het kasteel dateren uit de veertiende en vijftiende eeuw. In het jaar 1672 was het kasteel van 1 augustus tot 24 september in Franse handen. In de achttiende eeuw werden de bestaande gebouwen samengevoegd tot een buitenplaats. In 2012/2013 zijn het kasteel en het kasteelpark ingrijpend gerestaureerd en gedeeltelijk voor publiek opengesteld.
- Nigtevecht
Nabij de Gein bevindt zich een aarden verdedigingswerk aan het eind van de Liniewal Geindijk-Nigtevecht. Fort Nigtevecht, nabij het Amsterdam-Rijnkanaal, maakt onderdeel uit van de Stelling van Amsterdam en is UNESCO Werelderfgoed.
De Batterij aan het Gein is een aarden verdedigingswerk aan het eind van de Liniewal Geindijk-Nigtevecht in Abcoude. Het bestaat uit batterijen aan weerszijden van de Gein en maakt onderdeel uit van de Stelling van Amsterdam. Tussen 1800 en 1810 werden weerszijden van de Gein, bij de Oostzijdse Molen, twee gesloten aardwerken aangelegd. De kanonnen dekten het Fort bij Abcoude en reikten tot aan het Fort aan de Winkel.
- De Voetangel
De Voetangelbrug is een ophaalbrug over de Waver in de gemeente Ouder-Amstel en ligt bij de driesprong van de riviertjes de Holendrecht, Bullewijk en Waver. De brug is gelegen aan de zuidzijde van de Holendrecht en verbindt de Ronde Hoep Oost met de Voetangelweg richting Abcoude. De brug op deze plaats wordt al in de zestiende eeuw vermeld. De naam ‘Voetangel’ verwijst naar een voormalige herberg aan de driesprong, die de vorm had van een voetangel, tegenwoordig beter bekend als kraaienpoot. Sinds 1626 had het de functie van Tolgaardershuis voor trekschuit en paard en wagen op weg naar Amsterdam of Utrecht. Omdat iedereen hier belemmerd werd en moest stoppen om tol te betalen was het ook een ‘voetangel op de reis’. In 1672 werd hier een verdedigingspost ingesteld, die later deel ging uitmaken van de Stelling van Amsterdam. Tegenwoordig staat op de plaats van de herberg een restaurant met de naam De Voetangel.
- Waverveen
Een heftig wapenfeit uit de tijd van de Waterlinie speelde zich af in november 1672. In een novembernacht kwamen de Franse troepen verhaal halen, omdat de inwoners van Waverveen ondanks bevel geen hooi hadden geleverd. De strijd ontbrandde bij de voormalige Bijleveldse brug, waar een uitlegger, 'de Amstelse Galije', de wacht hield. De bemanning van het wachtschip dolf het onderspit en vervolgens ging ook het voornaamste deel van het dorp in vlammen op. Eeuwen later komen soms nog uiteenlopende stenen kogels tevoorschijn.
Maquette van de Franse aanval op Waverveen in 1672, vervaardigd door Cees Leeuwenburgh.
“Zoo trokken 400 Franschen in den nacht van den 4en op den 5en November uit Utrecht, met het voornemen zich meester te maken van den uitlegger, welke bij de Bijleveldsche brug lag, die hen verhinderde turf uit de veenen te halen, en tevens de omliggende dorpen beschermde. Het was een turfschip met 7 stukken geschut bewapend, van borstweringen voorzien en bemand met 27 matrozen, onder het bevel van den kapitein Spelt.
De Franschen gingen over Breukelen en ter Aa op Demmerik van waar een gedeelte door Vinkeveen, en de overige door Wilnis en Mijdrecht over de smalle wegen op Waverveen en Botshol trokken, met het doel die dorpen aan beide zijden aan te vallen. Bij het aanbreken van den dag werden de huislieden die de wacht hadden, overvallen en op de vlugt gejaagd; waarna de Franschen den uitlegger bemagtigden, nadat de onzen zich gedurende een uur dapper verdedigden en door het schrootvuur den vijand vele verliezen toegebracht hadden De dorpen Waverveen en Botshol werden uitgeplunderd en verbrand.
Het was ten gevolge van deze verrigtingen, dat zooals reeds is opgemerkt, de posten te Ouderkerk en aan den Voetangel versterkt, meer uitleggers op de verschillende wateren geplaatst, en de wegen naar Wilnis afgegraven werden.
Den 17en November trokken de Franschen ten getalle van 500 over de inundatien voorbij het slot te Abcoude, en staken het daar achter gelegen dorp in brand, hetgeen de kleine bezetting van het slot niet kon tegengaan; een tweede aanslag op dat dorp liep minder gelukkig voor hen af want de bezetting van het slot versterkt zijnde, deed eenen uitval, waarbij hen 30 Franschen in handen vielen.
- Wilnis
In 1672 werd het land rond het dorp Wilnis onder water gezet. Dat bleek niet afdoende toen de Fransen optrokken naar het nabijgelegen Waverveen. Pas in voorjaar van 1673 verminderde het gevaar toen de Hollanders Nieuwersluis wisten in te nemen. De Ter Aase Zuwe en de Wilnisse Zuwe – ten oosten en ten zuiden van Wilnis – waren onderdeel van de nieuwe defensielijn. Zuwen zijn zompige, slecht verharde wegen, die werden gebruikt als looppaden in het moerassige polderland.
Over de aanval op Waverveen maakte Dick Pater (Vinkefilm) enkele jaren geleden een korte animatiefilm via YouTube, hier te zien: